|
||||||||
Als er al één Vikingster pijlsnel de hoogte in schiet de laatste jaren, dan is het wel die van Torgeir Waldemar. De stoer bebaarde, langharige Noor werd al van bij zijn zelfgetiteld en ingetogen singer-songwriter debuut in 2014 bijna vanuit het niets de hemel ingeprezen. Hij kaapte al dadelijk een nominatie voor de hoog aangeschreven Spellermann prijs weg, maar dit was slechts de aanzet tot nog meer en mooiers. Op zijn opvolger “No Offending Borders” hoorden we zijn sound al meer kantelen naar het rauwe gitaarwerk van Neil Young & Crazy Horse, een rockkantje waar Torgeir Waldemar ook heel sterk in is, gezien zijn opgedane ervaring als gitarist in tal van Noorse rockbands. Vandaag slaat hij als inventieve artiest met zijn nieuwe plaat “Love” alweer een nieuw hoofdstuk open in de verrijking van zijn repertoire, maar ook van zijn sound. Noem hem de nieuwe Midlake uit het Hoge Noorden, maar dan rijker in sound, treffend aangevuld met strijkers en blazers, trippende soundscapes van gitaren of rijke harmonische zangpartijen, een waar meesterwerk. Op “Love” eert Waldemar niet enkel de taal van de liefde, maar ook de baanbrekende sound van einde de jaren zestig en zeventig waar bands als Crosby, Stills & Nash, Neil Young, The Band, The Byrds of Steppenwolf hoogtij vierden, samen met prog-rock of psychedelische bands als Yes of Pink Floyd. De tijd van de vandaag in het leven geroepen drie minuten formats waren onbestaande en men kickte op heerlijke harmonische zangpartijen en wervelende, uitgesponnen solopartijen die je onvermijdelijk in een trance brachten. Mooi opgebouwde en uitgesponnen songs dus, die je zowel rockend met de voeten doen stampen als met gesloten ogen, trippend in de zetel kan genieten. Er werd ook trouw gezworen aan het album in zijn geheel, mooi opgebouwd, waar je liefst in één ruk doorheen kon zweven, zodat je elk muzikaal detail onder je huid kon laten kruipen, soms ingeleid door instrumentale intro’s die de aanloop waren naar nog meer moois. Al deze kippenvel momenten weet Torgeir Waldmar met liefde te bundelen in “Love”. Het is meer dan drie kwartier volop genieten van een plaat die opgedeeld is in sfeervol inleidende instrumentals en songs die als hoofdstukken in een boek de tijd nemen om hun boodschap over te brengen. De plaat opent misleidend rustig op barokke akoestische gitaar om dadelijk op een bedje van gejaagde strijkers de elektrische gitaar te omgorden en in Neil Young stijl, aangevuld met harmonische zang en orgel, de stevige rockende americana ballade en eerste single, “Leaf In The Wind”, op ons af te vuren. De schitterende opvolger, “Contagious Smile” drijft helemaal op schitterende harmonieën, aangevuld met een rijke blazerssectie om van weg te dromen. Midlake is hier niet veraf en Waldemar trakteert ons op zulke rijke, uitgebalanceerde arrangementen, dat je onvermijdelijk moet wegdromen. Een psychedelisch brugje leidt ons naar een volgend hoogtepunt, “Truncated Soul”, waar kwetsbaarheid en eenzaamheid harmonisch vertaald worden op akoestische gitaar. Na twee minuten krijgen we echter letterlijk de loftrompet ingeblazen met de smekende woorden “Please keep on singing like we did in the beginning, keep on listening to the music that we left”, waarna de song uitdeint in heerlijke elektrische Neil Young gitaarspinsels. Torgeir Waldemar eert zijn helden met de radiovriendelijke rootsrocker “Heart And Gold”, zowel qua titel als muzikaal verwijzend naar The Godfather of Grunge, om na acht titels de plaat af te sluiten met “Black Ocean”, een fenomenale, veertien minuten durende compositie, die nooit een minuut verveelt. We zweven van strijkers naar soundscapes op elektrische gitaar, drijvend op wervelende, etnische ritmes en percussie, die een voodoo sfeertje oproepen en waar Waldemar in koor scandeert “Mother Earth is torn down”, waarna hij ons richting apocalyps drijft met gierend rockende gitaren, spookie speechers en angstaanjagende blazers. De plaat eindigt even vreedzaam als ze begon, niet op akoestische gitaar, maar het is een melancholische viool die ons uitwuift. Wie dacht dat Torgeir Waldemar zijn eerste albums moeilijk kon overtreffen heeft het grondig mis. Met “Love”kiest hij ambitieus en eigenzinnig zijn eigen muzikale richting. Hij leert ons opnieuw luisteren en genieten van lange, maar nooit vervelende rocksongs, die zo met elkaar verbonden zijn, dat je echt aangezet wordt om het album in één ruk te beluisteren. All you need is “Love” is hier zeker op zijn plaats. Yvo Zels
|
||||||||
|
||||||||